Stichting Dassenwerkgroep Twente

geef jij om onze noabers?

DWT zet zich in voor het behoud van de das & andere marterachtigen in Twente. Onmisbare soorten voor ons prachtige coulisselandschap.


Video: Gerard Berendsen

stichting dassenwerkgroep twente

Meles de das

Das close-up
Foto: Heleen Verduijn

Nacht- en dagactief

Mijn officiële naam is Meles meles. Graag vertel ik kort iets over mezelf. Online sta ik mijn mannetje net als in het wild! Wij dassen zijn zeer sociale dieren, maar laten niet over ons heen lopen.

Als je mij tijdens een wandeling in de avondschemering ziet rondscharrelen in de bosrand, mag je je gelukkig prijzen. Het liefste leid ik een verborgen bestaan. Het grootste deel van m’n leven breng ik zelfs ondergronds door.

Wetenschappers hebben lang gedacht dat ik overdag in mijn burchtkamer lig te ronken. Als je het mij vraagt, is dat een fraai staaltje antropomorfisme. De mens gaat ’s nachts op één oor. Wij blijven 24/7 actief.

Daar zijn de hoge heren der natuurstudie onlangs ook achter gekomen. Ze hebben gezien dat ik in mijn ‘kelderwoning’ voortdurend aan de wandel ben. De klok rond spelen, graven, vacht verzorgen en natuurlijk socializen, terwijl ik tussendoor heerlijke hazenslaapjes doe. Die wetenschappers toch! Aarme kèëls, see koent néét meer doone as kan

Zorgen over Twentse dassenstand

Ruim 200 dassen, groei stagneert

Dassenwerkgroep Twente heeft in samenwerking met natuurbeschermingsorganisaties en terreineigenaren in 2020 een dassencensus uitgevoerd. Uit deze inventarisatie blijkt dat de verwachte toename van het aantal Twentse dassen sinds 1985 tot een halt is gekomen.

Naar schatting leven er momenteel zo’n 210 dassen in de regio, terwijl er voldoende geschikt – maar onbewoond – leefgebied voorhanden is. Vergelijkend onderzoek met 2015 laat een stagnerende populatiegroei zien en een dassenstand die aan het ‘verdunnen’ is. Het aantal dassen blijft gelijk, maar ze leven verspreid over een groter gebied.

De recente droge jaren lijken een negatieve invloed te hebben op de voedselbeschikbaarheid. Dat is nadelig voor de algehele conditie van dassen en bovendien moeten ze grotere afstanden afleggen om hun kostje bij elkaar te scharrelen. De kans om te sneuvelen in het verkeer neemt daardoor toe. Naast droogte spelen er vermoedelijk meer factoren die een negatieve impact hebben op de populatiegroei. Waakzaamheid is geboden!

Das verzorgt vacht
Foto: Gerard Berendsen

situatie kleine marters onduidelijk

Boomarter in boomvork
Foto: Walter van Dijk

Onderzoek is broodnodig

Met kleine marters als hermelijn en wezel lijkt het niet goed te gaan in West-Europa. Hetzelfde geldt voor de bunzing. Het is belangrijk om deze ‘voorgevoelens’ en indicaties te staven met harde cijfers. Deze soorten zijn echter lastig te bestuderen vanwege hun verborgen leefwijze, maar er zijn gelukkig methoden voorhanden.

Met de boommarter lijkt het (wat) beter gesteld. Hoeveel er exact in Nederland rondlopen is onbekend. Het gaat vermoedelijk om minder dan duizend individuen. Over hun situatie in Twente weten we weinig. Hoog tijd om te onderzoeken of de (veronderstelde) groeitrend in onze contreien realiteit is.

Marteronderzoek is inspannend, interessant en dankbaar werk. Het is een voorrecht om nu en dan een glimp van onze gewaardeerde studieobjecten op te mogen vangen. Vanwege alle vraagtekens rond de kleine(re) marters is het onze ambitie om – naast het ‘reguliere dassenwerk’ – op termijn onderzoek op te starten naar de boommarter en mogelijk een kleine martersoort. Deze noabers mogen toch niet verdwijnen …